Een veilige infrastructuur is een voorwaarde voor een veilige afwikkeling van het verkeer. De centrale vraag daarbij is: hoe weet je welke wegvakken, fietspaden en kruispunten ‘voldoende veilig’ zijn en welke niet? Een antwoord op die vraag draagt bij aan de uitwerking van bruikbare risico-indicatoren voor weg- en fietsinfrastructuur.
Op basis van wetenschappelijk onderzoek, en in afstemming met de praktijk, worden de risico-indicatoren als volgt gedefiniëerd:
- Veilige wegvakken: het aandeel gemotoriseerd verkeer over wegvakken die als ‘voldoende veilig’ worden gekwalificeerd.
- Veilige fietsinfrastructuur: het aandeel fietsers over fietsinfrastructuur die als ‘voldoende veilig’ wordt gekwalificeerd.
- Veilige kruispunten: het aandeel verkeersdeelnemers op kruispunten die als ‘voldoende veilig’ worden gekwalificeerd.
De definities van de drie risico-indicatoren staan beschreven in het hoofddocument Veilige infrastructuur. De wetenschappelijke onderbouwing en de referenties naar de literatuur vind je in het geactualiseerde Achtergronddocument Veilige infrastructuur.
Naar publicatie:
• Definitie veilige infrastructuur (pdf)
• Achtergronddocument (pdf)