Verkeersdeelnemers kunnen zich om verschillende redenen onveilig voelen in verkeerssituaties, ook als die situaties niet per se onveilig zijn. Een gevoel van onveiligheid kan dus haaks staan op objectievere gegevens zoals ongevalsdata en voldoen aan de ontwerprichtlijnen. In die gevallen spreken we van ‘subjectieve verkeers(on)veiligheid’.
In de factsheet ‘Subjectieve verkeersveiligheid’ komen vier hoofdvragen aan de orde:
- Wat is subjectieve en objectieve verkeersveiligheid?
- Wat is het verband tussen subjectieve en objectieve verkeersveiligheid?
- Hoe meet je subjectieve verkeersveiligheid?
- Hoe kun je informatie over subjectieve verkeersveiligheid gebruiken?
Een beslisschema in de factsheet helpt overheden te bepalen welke stappen zij kunnen nemen als er sprake is van subjectieve en/of objectieve verkeers(on)veiligheid.
Naar publicatie:
• Factsheet Subjectieve verkeersveiligheid (pdf)